20100702

Eindmodel

In het eindmodel hebben wij onze gekozen begrippen en termen verwerkt. Ook hebben wij in het eindmodel meegenomen de kritiek die wij hadden gekregen op onze tussenmodellen, zo zouden onze modellen nog te veel op het Barcelona paviljoen zelf lijken. Het begrip (dynamisch) evenwicht niet te letterlijk nemen, wij hadden in het tussenmodel een vorm van een wip wap genomen, dit was dus te letterlijk opgenomen.

Uitleg:

Wij hebben in het eindmodel het DYNAMISCH EVENWICHT centraal genomen. Het ruimtelijk model is een utopisch model. Wij zijn er van uitgegaan dat vlakken daadwerkelijk (met minimale inspanning) kunnen zweven. Het model moet dus niet perse als een gebouw met constructieve principes benaderd worden.

Het dynamisch evenwicht is verwerkt vanuit het bovenaanzicht en vanuit zijaanzichten. We hebben ook het dynamisch evenwicht in de hoogte, breedte en lengte verwerkt, en ons niet alleen beperkt tot het grondvlak.

Omdat het ruimtelijkmodel gerelateerd is aan Mies van der Rohe uit de periode van het Barcalona Paviljoen hebben we de onderzochte termen erin verwerkt:

Dynamisch evenwicht:

- Materiaal:
- dof en massief (fysieke en visuele beperking)
- glazend en massief (fysieke beperking, visuele toevoeging)
- glanzend en doorschijnend (fysieke beperking)
- ruimtelijk (geen beperking)

- Ruimtelijkheid:
- open/ dicht
- groot/ klein

Centrifugale opstelling:
We zijn uitgegaan van vier belangrijke plaatsen binnen het model. Deze plaatsen zijn opgesteld in dynamisch evenwicht:



De verticale zwarte en transparante vlakken zijn geplaatst om deze centrifugale opstelling/routing te creeren.

Het model bestaat uiteindelijk uit:
1 klein transparant horizontaal vlak (open)
1 groot massief horizontaal vlak
1 groot transparant horizontaal vlak (open)
1 klein massief vlak

2 omsluitende vlakken om grenzen aan te duiden; om bij het kleine transparante vlak meer openheid te creeren is het omsluitende vlak hier opener dan bij het grote transparante vlak.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten